Achttien dagen na de beëdiging van de nieuwe regering op Sint-Maarten, heeft minister-president Luc Mercelina besloten het ontslag van zijn regering in te dienen. Maandag had hij al het landsbesluit getekend om het parlement te ontbinden. De bevolking moet daarmee opnieuw naar de stembus.
Dat zei Mercelina dinsdagochtend tijdens een persconferentie. Hij heeft hierover contact gehad met de gouverneur en de kiesraad. De gouverneur maakt bekend of er daadwerkelijk nieuwe verkiezingen komen en wanneer die plaatsvinden.
Op 11 januari waren er verkiezingen op Sint-Maarten, op 3 mei trad een nieuwe regering aan, maar op 17 mei trok Statenlid Kevin Maingrette zijn steun in voor de coalitie en verloor de regering haar meerderheid in de regering.
Volgens Mercelina was de beslissing een grote verrassing voor de regering en heeft het geleid tot een ravage. De minister-president zegt dat de opgestapte parlementariër zich heeft laten leiden door ‘een persoonlijke agenda’ en niet door ‘het collectieve welzijn van onze mensen’.
Mercelina zei af te willen van de gedachte ‘dat alles op Sint-Maarten te koop is’ en riep de bevolking op bij nieuwe verkiezingen af te rekenen met politici die niet het nationaal belang nastreven.
Tegelijkertijd stelde hij dat hij bij zijn aantreden een land te hebben aangetroffen dat ‘bankroet’ is en in de afgelopen jaren compleet verkeerd geleid (‘a mismanaged country’).
In een openbare verklaring van Mercelina aan de bevolking van Sint Maarten zei hij gisteren over de opmerkelijke stap van Kevin Maingrette: “De terugtrekking van de heer Maingrette is in directe tegenspraak met zijn eerdere publieke toezeggingen, waarin hij beloofde standvastig te blijven in onze coalitie. Dergelijke acties hebben niet alleen invloed op de harmonie en effectiviteit van onze regering, maar vormen ook een bedreiging voor de vooruitgang en hervormingen die we willen doorvoeren ter verbetering van Sint Maarten. Het is teleurstellend om getuige te zijn van een verschuiving die eerder gedreven lijkt te worden door persoonlijke agenda’s dan door het collectieve welzijn van onze mensen. In een tijd waarin eenheid en gezamenlijke inspanning voorop staan, is het betreurenswaardig dat onze weg naar vooruitgang gehinderd kan worden door individualistische streven.”
En verder: “Ik roep alle leden van het Parlement op om persoonlijke meningsverschillen opzij te zetten en samen te werken voor het grotere goed van onze gemeenschap. Laten we ons blijven concentreren op onze gedeelde doelen: het verbeteren van de levens van onze burgers, het verbeteren van onze infrastructuur en het versterken van onze economie.”
